Sign my
GuestBook

NS 8600

Bovenbouw: machinistenhuis, ketel en rookkast

Als de bouw van een lok op zijn einde loopt, wordt het steeds moeilijker om direct te bedenken wat je volgende klusje zal zijn. Je krijgt het gevoel dat het project "bijna af is". Dat is het moment waarop ik eens rustig ga zitten en het hele bouwproces en de handleiding met het vingertje naloop om te kijken wat ik vergeten ben en wat ik om welke reden dan ook nog niet heb gedaan. Je zult nog verbaasd zijn hoeveel werk er dan nog open staat!

Voor de NS8600 ziet het overblijvende werk er als volgt uit

# Omschrijving Opmerkingen Status
1 Krikken plaatsen conform foto's (niet in de handleiding)   Gereed
2 De luchtdrukleiding van de luchtpomp naar het remsysteem maken [34] Gereed
3 Achterste luchtslangen solderen (nadat de Philotraindelen zijn binnengekomen) [36] Gereed
4 Handgreep op de rookkastdeur maken [38] Gereed
5 Ventiel en leidingen achter de schoorsteen aanbrengen [39] Niet gedaan 1)
6 Een bout/moerverbindingen bedenken om de bovenbouw aan het onderstel vast te maken [41] Gereed
7 Philotrainkoppelingen passen   Gereed
8 Nieuwe klinknagels aanbrengen aan de onderzijde van de rookkast   Gereed
9 Het model verzwaren met lood o.i.d   Gereed
10 Ketelbanden maken   Niet gedaan 2)
11 Handrailhouders los maken. Ik had ze om te beginnen niet moeten solderen want ik wil ze chemisch zwarten en de handrails zelf moeten blank blijven.   Gereed
12 Zwarten van de handrailhouders    
13

Gaten vullen

- in de ketel

- in het dak van het machinistenhuis

- aan de achterzijde

- in de rookkastdeur

  Vullen gereed, hardt nu
14 Dak passen maken op het machinistenhuis   Gereed
15 Andere fluit op het dak?    
16 Het nieuwe wiel monteren en kwarteren   Gereed
17 Deurklinken machinistenhuis    
18 Herstellen van de onderzijde van de ketel   Gereed

De lijst hierboven was aanvankelijk, 13 maart 2018, 11 klusjes lang. Terwijl ik er aan werkte, of buiten in een parkje wandelde, schoten me andere dingen te binnen, die ik dan vervolgens aan de lijst toevoegde. Het meeste werk hoeft niet in een bepaalde volgorde gedaan te worden.

Kanttekeningen

1) Niet gedaan omdat het ventiel maar heel klein bleek en met een hefboompje en heel dunne draden wordt gestuurd. Het past niet bij het niveau van dit model om dat helemaal na te maken. Ik heb het dus maar weggelaten.

2) De ketel heeft meegegoten ketelbanden. Die zijn te dik naar mijn smaak en ook niet erg scherp. Let wel, voor de prijs van de kit is het allemaal best redelijk, maar ik wil nu eenmaal meer. Mijn gedachte was de ketelbanden er af te schrapen en te vervangen door koperen stroken van 0,25 mm dik. Dat afschrapen is veel werk en ik heb besloten dat het de moeite niet waard is.

Handgreep

Om te beginnen werd de handgreep aan de rookkastdeur aangebracht. De paar foto's die hem laten zien, lijken er op te wijzen dat hij onder een hoek van ongeveer 45 graden zat. Ook leek hij maar aan één kant aan de rookkastdeur vast te zitten, meer een soort deurklink.

 

Ik boorde een gaatje van 0.4 mm  en stak er een passend gebogen draadje van 0,33 mm in. Ik stak onder het open einde twee laagjes Post-It , uit de plakkerige kant gesneden zodat ze bleven zitten. Daarmee borgde ik een bepaalde afstand tot de rookkastdeur.

Luchtpijp

 
De lucht(druk)pijp werd gebogen en op zijn plaats gelijmd. De lamp bleek daarbij lelijk in de weg te zitten. Dus voor wie het leest: eerst de pijpen aanbrengen en daarna de lamp.

Luchtslangen

 

De luchtslangen zijn op hun plaats gesoldeerd. Ik heb de naastliggende delen gekoeld met een stukje nat gemaakt keukenpapier om te voorkomen dat andere delen weer los zouden komen. Ik heb de omloopplaat in mijn bankschroefje geklemd en de luchtslang in een afzonderlijke klem en daarmee geschoven tot de luchtslang goed zat. Nu had ik mijn handen vrij om te solderen. Ik gebruikte 140C soldeer die makkelijk vloeit. Zodra het vloeit meteen de soldeerbout weghalen.

 

 Merk op dat de remkranen beide aan de binnenkant zitten, richting de koppeling. Op deze manier kon de rangeerder de koppeling inhangen, de luchtslangen aanhaken en de kranen openen met een minimum aan bewegingen. Bijgevolg zijn de slangen spiegelbeeldig!

Passen van de koppelingen

 
Philotrain biedt een voorbeeldgetrouwe standaard Europese haakkoppeling aan. Om het te laten werken op modelbanen is de koppeling voorzien van een veer en de koppeling kan worden uitgetrokken als een opvolgende wagen door een bocht rijdt. Daarom rust ik deze lok ook uit met verende buffers. Die twee samen zouden, ik heb het niet uitgeprobeerd maar zouden, moeten zorgen dat het werkt.

Ik deed een proefpassing om te zien of de koppeling in de geëtste vierkante opening in de bufferbalk past en of er voldoende ruimte achter de balk is om de koppeling zich terug te laten trekken.

 

Het goede nieuws van de proef is dat de vierkante opening groot genoeg is en dat de ruimte achter de bufferbalk ook groot genoeg is.

Het slecht nieuws, nou ja, is dat de veer en het staafje van de koppeling achter de rand van de koppelingsvoet van Fleischmann bleef haken.

   
 

Ik vijlde de bovenzijde van de koppelingsvoet schuin af om hem dunner te maken. Ik lijmde ook een 0,3 mm stuitplaat die de veer en het staafje de goede kant op leidt, en voorkomt dat ze haken. Ik lette er op de lengte van de stuitplaat zo te kiezen dat die niet in de weg van de bovenbouw zit.

De voorzijde van de lok werd op een iets andere manier behandeld maar teneinde hetzelfde resultaat te verkrijgen.

Krikken

 
De twee NS/SS krikken werden van elkaar gescheiden, ze worden als één gietstuk geleverd, en op hun plaats gelijmd.

Verzwaren van het model

 
Na wat overdenking besloot ik te proberen het gewicht uit de oorspronkelijke T3 bovenbouw te hergebruiken. Ik kon het er echter niet uit krijgen dus freesde ik de onderzijde uit de bovenbouw. Maar zelfs dan bleek het moeilijk om het gewicht er uit te krijgen en tenslotte trok ik de hele bovenbouw aan stukken.

Ten langen leste had ik hem er dan toch uit. Ik bewerkte het gewicht tot hij ongeveer de afmetingen had om in de ketel van de 8600 te passen.

Het metaal is zacht en verstopt de vijlen, frezen en zagen waar je mee werkt. Gebruik er dus niet je beste spullen voor.

Ik freesde de onderzijde van de ketel uit.

De giethars is goed freesbaar, het smelt niet en het is niet te hard. Maar man, wat een stoffige bende maakt het! Draag een stofkapje en maak je kamer na afloop goed schoon. Als je werkplek in dezelfde ruimte is als je modelbaan ga in hemelsnaam ergens anders naar toe.

Daarna werkte ik weer verder aan het originele gewicht maar uiteindelijk kon ik het niet goed passend krijgen. Elke keer als ik hem testte liep de middelste as, waar de tandwielen aan zitten, niet soepel. Na al dat werk was ik er eigenlijk wel klaar mee.

Er zat nog veel werk aan dus ik vergreep me aan mijn getrouwe voorraad loodplaat. Ik sneed zes en een halve strip lood op maat en lijmde die in de ketel. Klaar!

Berekeningen laten zien dat het om ongeveer 24 gram lood gaat. Niet echt veel maar elke gram is meegenomen. Het oorspronkelijke gewicht zou trouwens 32 gram opgeleverd hebben.

Terugblikkend heb ik er wel spijt van dat ik het originele gewicht wilde hergebruiken. Het heeft me veel tijd gekost en ik heb een prima bovenbouw opgeofferd die ik had kunnen verkopen of voor een diorama had kunnen gebruiken.

Nadat de lijm van het lood was uitgehard, paste ik de ketel op het chassis en opnieuw wilde de middelste as niet draaien, ondanks al mijn schattingen en metingen die het tegendeel aantoonden. Dit zette me aan het denken. Gewicht één werkte niet, gewicht twee werkte ook niet, maar zou dat wel hebben moeten doen...

Het daagde bij me dat er een andere oorzaak moest zijn.

Toen die gedachte eenmaal opgekomen was, ging ik systematisch op zoek naar de boosdoener.

  • Op zichzelf getest, liep het onderstel prima.
  • Met de lok losjes in elkaar gezet, dus onderstel, omloopplaat, ketel en machinistenhuis, liep de lok niet ongehinderd. Echt blokkeren deed hij niet maar het liep gewoon niet soepel genoeg.
  • Ik haalde het machinistenhuis en de ketel eraf en testte alleen onderstel en omloopplaat. Tot mijn totale verrassing liep de lok ook toen weer niet goed.

Dit wees er op dat ik een puntje had met de omloopplaat, dus ik testte diverse keren met en zonder omloopplaat met steeds hetzelfde resultaat: met omloopplaat liep het stroef, zonder liep het onderstel perfect.

Dus nam ik de omloopplaat onder de loep en vond mijn "boefje" binnen enkele seconden. Het deel van de vulpijp dat onder de plaat gelijmd zit, het deel dat ik het laatst heb toegevoegd, liep tegen de wielflens aan. Nét. En aan beide zijden! Een vijl maakte daar korte metten mee. En nu loopt de lok ongehinderd. Na al dat getob met de gewichten van de lok en die passend te krijgen zonder de aandrijving om zeep te helpen bleek de oorzaak uiteindelijk compleet ergens anders te zitten!

Een schroefverbinding maken tussen onderstel en bovenbouw

Tijdens mijn worsteling om het gewicht van de Fleischmann-lok te hergebruiken was ook de oorspronkelijke verbinding tussen onderstel en bovenbouw van de T3 los gekomen.

Ik had deze schroefplaat zorgvuldig bewaard en behoefde maar weinig nawerk te doen om het onder de ketel te laten passen.

 

Maar hoe kun je nou toch die schroefplaat exact op de plaats lijmen die hij moet hebben om later de bout van de onderzijde aan te kunnen nemen?  De twee foto's hierboven laten zien dat je met geen mogelijkheid onder de ketel door kunt kijken om te bepalen waar hij moet komen.

 

Dat bracht me op een list samen met mijn trouwe vriend Blu-Tack. Eerst schroefde ik de plaat helemaal vast op het onderstel (links).

Ik bracht er dun laagje Blu-Tack op. Ik zorgde ervoor dat dit laagje heel gelijkmatig was, zodat hij later de ketel goed gelijkmatig "pakt"

Daarna zette ik de lok in zijn vier hoofddelen in elkaar, waarbij de ketel dus op zijn plaats viel. Alles stevig bij elkaar houdend, begon ik de schroef van onder los te draaien, waarbij ik echter de kop strak tegen het onderstel drukte zodat hij er niet uit kwam. Daardoor dwong ik de schroefplaat aan de andere zijde omhoog tegen de ketel aan. Toen ik de ketel omhoog voelde komen, gaf ik mee en maakte nog extra twee slagen met de schroef. Daarna drukte ik de ketel terug op zijn plaats. Daarmee drukte ik hem op de schroefplaat en perste ik de Blu-Tack vast. Ik nam de schroef zonder verdere druk eruit en haalde voorzichtig de vier hoofddelen uit elkaar.

En daar zat hij! De schroefplaat zat mooi met Blu-Tack op de exacte plaats die hij moest hebben. Ik zette hem recht, bracht een merkstreep aan (bij de gele pijl), verwijderde de schroefplaat en de Blu-Tack en lijmde de schroefplaat terug met epoxy waarbij ik de merkstreep als referentie gebruikte. Zodra de epoxy enigszins uitgehard was, zette ik de lok weer in elkaar om te kijken of het allemaal gelukt was. Dat was het geval. Ik haalde de lok weer uit elkaar en liet de lijm verder uitharden.

Op basis van de productinformatie zorgen de lijmsterkte (300 kg/cm2) en de afmetingen van de schroefplaat, 9,2 x 13,8 mm, voor een theoretische belastbaarheid van 380 kilo.

<<Vanaf hier moet er nog vertaald worden>>  

Klinknagels opnieuw aanbrengen

 

Toen ik de rookkast op de omloopplaat lijmde, is de lijm in de rij klinknagels onderaan de rookkast gevloeid. Ik probeerde na het harden de lijm weg te krijgen en de klinknagels te behouden maar dat was veel gedoe. Uiteindelijk ritste ik het hele boeltje er van af, wetende dat ik er later nog wat aan moest doen.

 

Ik haalde mijn 3D klinknagel transfer van Archer Fine Transfers tevoorschijn. Dit zijn gewone watergedragen transfers, maar met 3D klinknagels er op geprint. Ik koos een rij die paste bij de restanten van de klinknagels onderaan de rookkast. Daarna werkte ik de rand onder de rookkast helemaal glad.

Ik sneed een strip af van bij benadering de juiste lengte.

Er is veel te vertellen over transfers. Ik heb een beschrijving gemaakt bij de bouw van mijn MDC Shay.

Archer's klinknagel transfers zijn buitengewoon kwetsbaar dus je moet de tijd aan je zijde hebben, een bepaalde innerlijke rust hebben en Vrouwe Ervaring om je te ondersteunen. Ik moet ook toegeven dat ik twee stroken verspilde voordat ik er in slaagde er eentje goed te krijgen.

Toch is het iet moeilijk.

Normaal gesproken plaats ik de transfer na het afweken op het oppervlak bij de plaats waar hij ongeveer moet komen en werk hem dan voorzichtig op de juiste plaats. Dat was nu een probleem, want de voorzijde van de rookkast is bezet met allerlei details. Transfers hebben de gewoonte om allerlei dingen vast te pakken die ze niet vast moeten pakken en het is moeilijk om ze te overtuigen die dingen  los te laten. Ze zijn er ook moeilijk toe te brengen om over randjes te springen, en ze moesten nu net op een randje komen. Dus het draaide er op uit dat ik de strook eerst op de schuine zijkant van de rookkast legde en ze dan voorzichtig, millimeter voor millimeter, om het hoekje duwde, in één keer de onderste rand op. Dat lukte me dus pas bij de derde strook.

Daarna werden geddroogd en bewerkt met SOL en SET zoals beschreven bij de MDC Shay

Reparatie van het dak

 

Wat? Die klus staat niet in de lijst?! Klopt. Dat kwam zo. Ik maakte hem passend op het machinistenhuis (klus # 14), en dat was in een paar minuten geregeld. Daarna wierp ik eens een kritische blik op het dak om te kijken of er iets opgevuld moest worden (klus # 13, het zal niet waar zijn) en zag een kleine gietfout op de rand van het dak. Toen ik die probeerde op te vullen, brokkelde de rand verder af (links). Min of meer mopperend probeerde ik een manier te bedenken om dit te repareren, en terwijl ik daar mee bezig liet ik hem uit mijn handen vallen. Nou, giethars mag dan makkelijk te bewerken zijn, het is ook bros. Na het oprapen ontbrak er een hele hoek. Ik bracht het volgende half uur door met mijn neus op de grond om het ontsnapte stuk te vinden. Toen besloot ik dat het mooi genoeg was geweest. De schade was moeilijk, met de ontbrekende delen misschien zelfs onmogelijk, te repareren en geen enkele poging daartoe zou onzichtbaar zijn. Ik besloot mijn geluk te beproeven door het namaken van het deel.

Gelukkig heb ik een kleine verzameling styreenplaten en ook een zakje "altijd-handig" gesorteerde styreen stroken bij de hand.

Van 0,5 mm plaat sneed ik de dakplaat en de vier vormprofielen.

Ik verwarmde het dak in kokend water en rolde het met mijn vingers tot het ongeveer de vorm hield van het oorspronkelijke dak.

Daarna lijmde ik de vier vormprofielen eronder. Merk op dat ik de voor- en achterzijde gemerkt heb. De overhang van de voorzijde is namelijk iets groter dan achter.

 

Nu weer even over het thema lijmen. Ik gebruikte hiervoor Revell Contacta Professional. Dat bevat een oplosmiddel dat het styreen zacht maakt en oplost en in feite de twee te lijmen delen aan elkaar last. Het is een gespecialiseerd lijm die alleen geschikt is voor het onderling verbinden van plastics.

Met de lijm nog taai vloeibaar, plakte ik het dak op het machinistenhuis zodat het tijdens het harden van de verbindingen precies de vorm van het machinistenhuis zou aannemen.

 

De ventilatie-eenheid op het dak werd opgebouwd door het samenlijmen van vier lagen 0,75 dik styreen. Ik lijmde ook twee kleine stripjes 0,5 mm styreen aan de uiteinden van één zijde en één stripje in het midden van de andere zijde. Voordat alle lijm gedroogd was, klemde het geheel in een bankschroefje zodat het lagenpakket krom trok en min of meer de vorm van het dak aannam.

Ik schuurde de ventilatie-eenheid en maakte een overhangend dakje erop plplus een klep aan de voorzijde en aan de achterzijde. Daarna plaatse ik het geheel op het dak waarbij ik in de gaten hield wat de voorzijde van het dak was!

 

U ziet een flinterdunne potloodlijn op het dak. Een gewone potloodlijn is altijd veel te dik en dus te onnauwkeurig in deze schaal. Eigenlijk is het een kraslijn, maar die zijn heel moeilijk te zien op het styreen. Ik zette er een potloodstreep losjes naast en wreef het potlood met een natte vinger in de kraslijn. Tada, zichtbaar!

De oude en de nieuwe samen

 

En als de "finishing touch" voegde ik er de klinknagels aan toe zoals beschreven bij de rookkast. De echte klinknagelbijters onder u (ik heb ze zelf ook echt nageteld) zullen vaststellen dat ik er nu tien klinknagels op gezet heb terwijl het oude dak er acht per rij had. Ik heb een nagelafstand gekozen die er zo goed mogelijk bij kwam en verder accepteerde ik deze kleine afwijking.

Herstel van de onderkant van de ketel

 

Het frezen in de ketel had een plat vlak achter gelaten. Voor het grootste deel kun je daar niets van zien omdat de ketel schuil gaat in de omloopplaat. Maar als je kijkt op deze doorkijkfoto zie je toch dat er aan de voorzijde iets ontbreekt. Je ziet ook de rafelige freesrand. Ik besloot daarom een rond stuk in te passen in de voorzijde van de ketel. Die hoeft gedetailleerd te zijn met bijvoorbeeld ketelbanden want die zie je sowieso niet.

 

Ik  lijmde drie lagen van 0,75 mm styreen op elkaar en voegde nog een laagje van 0,4 mm toe om de juiste dikte te krijgen en maakte het geheel passend op het onderliggende lood en de schroefplaat.

 

Zodra de lijm gehard was, vijlde en schraapte ik het styreen af om het naadloos aan te laten sluiten op de rest van de ketel.

 

Gaten vullen en deuken glad maken

 
Elk gat, elke gietfout, kras of deuk werd nu nauwgezet opgespoord en gevuld met Milliput.

24 uur later, nadat de Milliput was uitgehard, werden de gevulde plekken geschuurd om geheel met de omgeving samen te vallen.

Kwarteren

A diagram of a wheelset demonstrating that the left crank is runing ahead of the right crank.

Source and  ©: 5AT.co.uk

De drijfwielen van locomotieven zijn gekwarteerd, althans bij tweecilinderlocomotieven, de linker en de rechterkruk staan 90 graden ten opzichte van elkaar gedraaid.. Als één kruk op het dode punt staat, dus helemaal naar voren of helemaal naar achteren wijst, dan staat de andere op het punt van maximale kracht, boven of onder. Dit zorgt ervoor dat

  • de krachtuitoefening door de cilinders gelijkmatig verdeeld wordt bij de omwenteling van het wiel en
  • dat een stilstaande locomotief altijd op gang kan komen omdat altijd minimaal één cylinder kracht kan leveren.

In tegenstelling tot echte stoomlocomotieven is het voor modellen niet zo heel belangrijk of de wielen precies negentig graden verzet zijn. Een benadering is genoeg. Wat wel zwaar weegt, is dat die benadering voor alle gekoppelde wielen hetzelfde is. Is dat niet het geval dan gaat het wielstel dat niet de juiste hoek heeft klemmen in de koppelstang, en de lok loopt haperend of helemaal niet.

Ik moest bij mijn model het rechtervoorwiel vervangen. Ik merkte dat het slingerde omdat het beschadigd was. Bij nauwkeurige beschouwing vond ik gebroken spaken. Ik heb nog geprobeerd e.e.a. recht te zetten maar dat lukte echt niet en ik heb een reserevewiel besteld bij Fleischmann.

Bestellen is vrij eenvouding.

  • Zoek de lok op op de Product afdeling van de wesbsite (het catalogusnummer van de T3 is 4011).
  • Daar kies je de tab Downloads / Spareparts list
  • Zoek het nummer van het reservedeel op in die list (in mijn geval 514213)
  • Gaan naar de sectie / Service / Spare Parts en roep het deel op aan de hand van het gevonden nummer met het tekstvak onderaan de bladzijde.
  • Voeg het toe aan de winkelwagen en reken af als in een gewone webwinkel. Klaar!

Het wiel zelf kost bijna niks, €3,45, maar de orderkosten waren niet minder dan €9,50. En levertijd was maar liefst twee weken.

Dus na twee kwam een een niet onaanzienlijke doos van 15x15x15 cm uit Duitsland, die voornamelijk een paar grote stukken bubbelplastic bevatte met er ergens tussen een piepklein zakje met één wieltje. Ja, het had allemaal met een envelop gekund en in drie dagen. Maar goed het was goed verpakt en het is aangekomen al was dat meer een tempo van de jaren tachtig. Niet klagen, het eindresultaat is goed en daar gaat het om.

Het wiel op de as zetten bleek nog moeilijk. De diameter van de plastic bus is natuurlijk afgestemd op mechanisch persenen kwarteren. Maar ik kan handmatig die kracht niet opbrengen. Ik ruimde daarom de plastic bus voorzichtig en beetje bij beetje op tot hij er met enige overredingskracht wél op ging. Op het oog kwarteeerde ik hem: de drie linker wielen in de bovenpositie, en dus de drie rechter naar voren en ik mikte op die van de andere twee wielen. Daarna gingen de koppelstangen er op en ik deed een rijproefje. Hm, niet helemaal goed, er was een klein beetje klemmen, Ik gaf er nog een kleine draai en perfect. Hij loopt helemaal vrij. Ik heb wel moeilijkere kwarteringsklusjes gehad.

Samengebouwd

 

Na alle het harde werken is de lok nu zo goed als af.

Normaal gesproken zet ik de lok nu helemaal in elkaar en maak ik een series statieportretjes van de afgebouwde maar nog niet geschilderde lok. Maar daar was ik nu te lui voor. Er zijn veel losse delen bij deze lok, handrails, pijpen, buffers etc., en om die er allemaal aan te gaan zetten met Blu-Tack zou een flinke inspanning betekenen. Ik wilde verder met verven en sloeg dit stuk dus over. Laten we aan het verven gaan!